Cuidich 'n Righ

Canada

Hoe het verder ging

Onder de vele immigranten in Canada waren veel Schotten. In Vancouver ontstond in 1909 het idee om een Highland Regiment op te richten, hetgeen officieel in 1910 gebeurde. Uiteraard maakte het nieuwe Regiment deel uit van het Canadese leger; het Regiment kreeg het enige nog beschikbare nummer van de Canadian Army List toegewezen, namelijk 72.
Heel toevallig was dit hetzelfde nummer als dat van de 72nd Regiment of (Highland) Foot opgericht in 1777 door Kenneth MacKenzie, Graaf van Seaforth, in Schotland. Op 11 april 1911 verkreeg het Canadese Regiment de officiële goedkeuring van Schotland om de naam Seaforth Highlanders te gebruiken.

Uitbraak WO I

In de Eerste Wereldoorlog vochten zo"n 41 officieren en 1634 manschappen van het Regiment The Seaforth Highlanders of Canada mee in het 16th Overseas Battalion Canadian Expeditionary Force, waarvan later de naam is gewijzigd in The Canadian Scottish Regiment. In Canada werd het Regiment verder opgericht en voer tenslotte in 1916 als 72nd Battalion CEF (40 officieren en 1055 manschappen) naar Frankrijk en werden al snel in de strijd gegooid. In korte tijd verworven zij een reputatie onder vriend en vijand voor hun moedig gedrag en in het bijzonder voor hun manier van patrouilleren en agressieve loopgraafacties. Het regiment betaalde een zware tol voor al die bloedige gevechten. Tijdens Vimy Ridge, vocht het 72nd in de speerpunt van de aanval, waarbij de Canadese troepen hun reputatie als beste aanvalstroepen onder geallieerde zijde verwierven. Maar aan het einde van de slag overleefden slechts 11 officieren en 62 man deze aanval.

De Slag om Passchendaele, begon voor het ochtendgloren van 30 oktober 1917 en het regiment zette de aanval op Passchendaele in, de manschappen wadend tot hun middel in de modder en in de stromende regen en namen, na zeer bloedige gevechten, tenslotte hun doel, de Crest Farm in. En dat terwijl de Britse bevelhebbers hadden berekend dat slechts een complete divisie van 15.000 soldaten Passchendaele konden innemen. In 1919 keerde het Regiment terug naar Canada. Toen de veteranen in Vancouver aankwamen, namen zij 16 Battle Hounours mee. Maar deze erkenning van hun moed kon niet wegnemen dat er van de 3791 militairen die als Seaforth hadden gevochten, er 2515 gewond raakten of sneuvelden.

Het regiment tijdens WO II

Toen in 1939 de dreiging van een nieuwe oorlog elke dag sterker werd, en in september 1939 de Duitsers Polen bezetten, werd het Canadese Leger gemobiliseerd. Op 20 december 1939 staken de Seaforth Highlanders of Canada over naar Groot Brittannië, inclusief de band, als onderdeel van de Eerste Canadese Divisie, 2e Infanterie Brigade, kenbaar aan de rode rechthoekige lap (\'the Red Patch Devils\') op het battle dress jasje. De eerste drie jaren van de oorlog stonden in het teken van Kustbewaking en oefenen, veel oefenen.
In 1943 werden de Seaforth Highlanders of Canada naar Italië verscheept, waar zij op 10 juli landden op de stranden van Pachino (Sicilië), tijdens de operatie HUSKY. Voor de verovering van Sicilië een feit was, waren de Seaforths al weer 3 Battle Honours rijker, nl. Leonforte, Agira en Adrano. Op 18 augustus werd Sicilië definitief door de geallieerde troepen ingenomen. Na de verovering van Sicilie staken ook de Seaforth, op 4 september, de Straat van Messina over naar het vasteland van Italië en begonnen hun opmars in noordelijke richting.

In het stadje Ortona, aan de oostkust van Italië, behaalden de Seaforths in december 1943, hun langst herinnerde faam en schreef hier in feite het handboek voor gevechten in oorden voor het Canadese leger. De genadeloze straatgevechten duurden een week. De meeste eenheden in Italie vierden hun kerst achter een muurtje of in een kapot geschoten stal. Maar de Seaforth zouden het anders aanpakken. Op 1e kerstdag 1943 droeg de bataljonscommandant, LtCol S. W. Thomson, de compagnieën op, om beurtelings het kerstdiner te nuttigen, na de maaltijd moest de eenheid dan de volgende eenheid aflossen, om ook hun in staat te stellen aan het kersdiner deel te nemen. Een kapot geschoten kerk in zuid Ortona, Santa Maria Di Constantinapoli, werd door de Quarter Master, Capt Cameron, en zijn mensen ingericht met tafels, stoelen, tafellinnen en de tafels voorzien van een fles bier de man, fruit, noten, chocolade en snoepgoed. Hij had alles in het werk gesteld om er een eerste klas diner van te maken. Op het menu stond onder meer; soep, varkensvlees, groenten en kerstpudding, maar hoe fantastisch dit eten ook was, de geest van deze gebeurtenis betekende veel meer voor de moe gestreden mannen. Hieronder volgt een kort stukje uit het Oorlogs Dagboek van de Seaforths:

christmas dinner
Kerstdiner Seaforth Highlanders of Canada,
Ortona, Italië, December 1944
« C Company was the First to eat diner in the church, a diner non had felt possible under such conditions, but no one had truly tested the ingenuity and resourcefulness before the QM and staff. From 11.00 to 19.00 hours, when the last man of the Battalion reluctantly left the table to return to the grim realities of the day, there was an atmosphere of cheer and good fellowship in the church, a true Christmas spirit. The impossible had happened. No one had looked for a celebration this day. December 25th was to be another day of war. The expression on the faces of the dirty bearded men as they entered the building was a reward that those responsible are never to forget. When C Company had finished their diner they relieved A Company so that they might come back the 300 or 400 yards for the same. Christmas Day was no less quiet then the preceding ones, but it is one the Regiment will never forget. PM Esson played his pipes several times throughout the meals. During the diner the Signal Officer, Lt W. Gildersleeve, played the church organ and, with the aid of an improvised choir organized by the padre, carols rang throughout the church…. »

Om de moed van deze mannen in ere te houden viert het Regiment deze Kerstmaaltijd, sindsdien, nog ieder jaar.

Ook werd de Regimental Toast tijdens het diner uitgebracht en deze willen we u niet onthouden.

Gaelic Toast

De Seaforths behaalden nog meer succes door in mei 1944, de ondoordringbare Hitler Linie binnen te dringen. Ze betaalden echter wel een hoge tol, er was binnen het gehele regiment geen enkele officier die niet gewond raakte of gedood werd. Aan het einde van WO II had het regiment het hoogste aantal officieren van het Canadese leger die slachtoffer werd van gevechtshandelingen.

In maart 1945 werd het Regiment vanuit Italië per boot naar Marseille en daarna per vrachtauto vervoerd naar België. Het plan was om het Regiment naar Nederland te brengen, waar het zuiden al bevrijd was, maar het westen en noorden van Nederland waren nog steeds door de Duitsers bezet na de mislukte 'Operatie Market Garden', in september 1944.

In het voorjaar van 1945 begonnen de geallieerden hun campagne om Nederland te bevrijden. Het Canadese leger, met ook eindelijk de 1st Cdn Infantry Division onder bevel, trok na de oversteek over de Rijn bij Rees, in noordelijke richting. Terwijl de 2nd en 3rd Cdn Infantry Division samen met de 4th Cdn Armoured Division in de richting van noord Nederland optrokken gingen de Poolse en Britse Strijdkrachten recht op het hart van Duitsland af. De 1st Cdn Infantry Division, o.l.v. General Simonds kreeg de operatie Cannonshot opgedragen:
the crossing of the IJssel from the East, and the capture of Apeldoorn and high ground between that place and Arnhem.

Cannonshot ging van start op 11 april vlakbij Gorssel. De 2nd Brigade zou de speerpunt van de aanval vormen. De Princess Patricia's Canadian Light Infantry (PPCLI) en The Seaforth Highlanders of Canada zouden de aanval, ondersteund door een enorm artillerievuur uitvoeren. Om 04.30 uur begonnen de twee bataljons met hun oversteek van de IJssel in 'Buffaloes' van de 79th Armoured Division. De Duitsers werden verrast en 'the action went speedily and according to plan'. Op de linkerflank rapporteerden de Seaforths geen tegenstand en na 65 minuten waren alle compagnieen op de westelijke oever en hadden zij hun beoogde doelen ingenomen. De Patricia’s stuitten echter wel op felle weerstand, maar nadat een tank was uitgeschakeld konden ook zij hun doelen innemen. Om 06.00 uur was de eerste fase van Cannonshot succesvol verlopen en konden 5 genie-eenheden beginnen met brugslag over de IJssel. De Seaforths trokken westwaarts via de dorpen Stroe, Garderen, Voorthuizen, Barneveld en Achterveld, de Gelderse Vallei in. In De Glind (bij Achterveld) stopten de Seaforths en maakten zij 'de sprong' naar Amsterdam; de hoofdstad werd op 8 mei 1945 bevrijd.

Bevrijding van Amsterdam, 8 mei 1945.

Amsterdam werd in 1940-1945 door drie grote rampen getroffen: De Duitsers bezetten de stad en hield deze met terreur in toom, de deportatie van ruim 60.000 joodse bewoners, en de Hongerwinter van 1944-1945. In de Hongerwinter stierven meer dan 2000 inwoners door het gebrek aan voedsel, brandstof, medicijnen. Ook na 5 mei 1945 vielen er nog doden door Duitse kogels. Een bevrijdingsfeest op maandag 7 mei op de Dam veranderde in een bloedbad, toen leden van de Kriegsmarine het vuur openden op de feestvierders (22 doden, meer dan honderd gewonden). Maar op 8 mei konden de Amsterdammers eindelijk opgelucht adem halen.

Ze waren massaal uitgelopen om de Canadezen te begroeten. Hiermee begonnen de bevrijdingsfeesten, die de hele zomer zouden voortduren. Toch was het niet voor iedereen feest - en dit gold zeker niet alleen voor de NSB'ers. Veel mensen waren er geestelijk en/of lichamelijk slecht aan toe. De stad telde, met de Hongerwinter net achter de rug, nog duizenden hongeroedeem-patiënten als gevolg van ondervoeding. Ook werd het in de zomer van 1945 duidelijk dat de weggevoerde Joodse familieleden, vrienden, bekenden nooit uit de kampen zouden terugkeren. Tijdens de bevrijdingsfeesten speelden de doedelzakbands van de Canadese Regimenten voor de Nederlanders; hierdoor werd de basis gelegd voor de huidige bands in Nederland.